Hoe zit ik achter het stuur?

Zithouding

U kent het vast wel.
Die chauffeurs die het stuur tegen hun borst gedrukt houden en met hun neus de voorkant van de auto in de gaten willen houden. Ze willen alles graag zien. Ze klagen over vermoeidheid en pijn in de rug. Hoofdpijn en kramp in schouders, armen en benen.
Het is een doodvermoeiende stuurhouding en ze levert zeker niet het gewenste resultaat. Integendeel. Als er iets gebeurt is er te weinig ruimte voor armen en benen om goede bewegingen te kunnen maken. Ze zitten als het ware voortdurend gevangen in een krampachtige houding. Bij voorbaat al. Er is nog niets aan de hand en toch nu al zo verkrampt achter het stuur.

Waarom doen ze dat dan?

Mijn ervaring is dat autorijden reeds aanwezige onzekerheid kan vergroten en zelfs beangstigend kan zijn. Het gaat snel, je wil niets raken. De gedachte ernstige ongelukken te kunnen veroorzaken boezemt angst in. Er ontstaat een grote behoefte aan controle, om alles perfect en veilig te willen doen. De zithouding is daar een uitdrukking van: de wil de auto helemaal onder controle te hebben en klaar te zijn om in te grijpen bij plotselinge voorvallen.


Technisch gesproken zijn er verbeterpunten mogelijk: de stoel op de juiste manier instellen, het stuur op de juiste afstand en hoogte. Op internet zijn veel instructiefilmpjes te vinden over afstelling van zit en stuurhouding.
Heel wat uurtjes heb ik op mijn knieën naast de leerlingen gezeten om samen de juiste zit en stuurhouding voor elkaar te krijgen. Ik zorgde ervoor dat de leerling zoveel mogelijk voelde wat de auto deed. En vertelde daarbij dat hij daardoor ook meer kon zien dan de neus van de auto.

Maar elke keer bij het begin van de les moest ik opletten of een en ander wel goed afgesteld werd. De krampachtige zithouding was vaak hardnekkig. Ik bleef erop attenderen. Bij aanhoudend protest vroeg ik om het 15 minuten te proberen op een door mij ingestelde stuur en zithouding. Meestal konden we na verloop van tijd constateren dat er minder vermoeidheid was en dat er veiliger gereden was.

Niet altijd lukte het me. Dan was hulp vanuit een andere invalshoek zeer welkom. Bijvoorbeeld van een mensendiecktherapeut. Deze therapeut maakte me erop attent dat de leerling ook een grote behoefte heeft aan controle over wat er achter hem/haar gebeurt. Een lastige opgave omdat we niet geboren zijn met ogen in de rug. En de gespannen stuurhouding bevordert niet een goed gebruik van de spiegels. Met een aantal oefeningen, specifiek afgestemd op het verbeteren van zit en stuurhouding, is het deze therapeut gelukt om resultaat te boeken. Wellicht een goed idee om als rijinstructeur vaker leentjebuur te spelen bij andere beroepen. Dank aan fysiotherapeuten, psychologen, of angsttherapeuten. We hoeven niet alles zelf te kunnen oplossen.