Taal

Voor een goede les is nodig dat leerling en instructeur elkaar goed verstaan, dezelfde betekenis geven aan de gebruikte zinnen en termen. Het lijkt vanzelf te spreken, maar dat is zeker niet altijd het geval.

Bij file parkeren had de leerling de auto perfect ingestuurd. De wielen stonden precies in de goede stand om zonder probleem weg te kunnen rijden. Tenminste, als hij het stuur stevig vasthoudt in de positie waarin het staat. Om hem daartoe aan te sporen gaf ik de instructie:” Niet sturen!”, waarop het stuur losgelaten werd, de wielen zich recht begonnen te draaien en de neus richting de voor ons geparkeerde auto begon te wijzen. Niet sturen was letterlijk goed uitgevoerd.

Zo is het ook gebeurd dat een leerling de busbaan op wilde rijden. Om hem daarvan af te houden zei ik: “Dan ga je nu de busbaan op!”, bedoelend: doe dat niet. Die bedoeling werd niet begrepen en een paar tellen later tuften we vrolijk over de busbaan.

De valkuil voor de instructeur is dat je er te makkelijk vanuit gaat dat de leerling je meteen goed begrijpt. Omdat jij al jaren weet wat het betekent de koppeling langzaam op te laten komen tot het aangrijpingspunt, geldt dat niet voor de beginnende leerling. Na flink wat keren voelen zal hij het niveau bereiken van de instructeur. Bovendien is een koppeling voor veel beginners een onbegrijpelijk maar noodzakelijk kwaad.

En pas op met vreemde talen. Al geruime tijd gaf ik les in het Engels. Hoe het komt mag Joost weten, maar gaspedaal noemde ik consequent Nozzle. De leerlingen namen dat braaf over. Op eentje na. Die schoot in de lach en zei: “De nozzle gebruik je bij het tanken, man. Je bedoelt gewoon de gas padel.” Thanx Wayne Johnston!